Algemeen

Veel reptielenhouders voeren hun hagedissen krekels. Krekels kan je kopen bij dierenwinkels, reptielenzaken en voedseldierenkwekers. Wanneer je veel hagedissen hebt, kost dit je behoorlijk wat geld. Het kan daarom voordelig zijn je eigen krekels te kweken. Wij doen dit zelf ook en zullen onze ervaringen beschrijven.

In de handel zijn twee soorten krekels te krijgen, de huiskrekel (Acheta domesticus) en de veldkrekel (Gryllus campestris). Met beide soorten hebben we gekweekt en kweken er nog steeds mee.

Denk er wel om dat het een vrij intensieve bezigheid is om krekels te kweken. Je moet de kweken goed bijhouden en er dagelijks aandacht aan besteden.

Huisvesting

Maten

Het is belangrijk dat de huisvesting die je gebruikt voor het kweken van krekels dicht is of hoog genoeg zodat ze niet kunnen ontsnappen. Vooral de kleine, net uitgekomen krekels (zogenaamde stofkrekeltjes), kunnen door de kleinste gaatjes ontsnappen. Wij gebruiken curverbakken, met een minimale hoogte van 30 cm. Hieruit kunnen stofkrekels niet ontsnappen. Zorg voor voldoende bodemoppervlakte (figuur 1).

Bij de volwassen dieren hebben we uit het deksel hebben we een vierkant stuk gesneden zodat alleen de randen overblijven. We spannen een stuk stof over de bak, die vast wordt gezet met het uitgesneden deksel. Op deze manier wordt de luchtvochtigheid niet te hoog en krijgen de krekels nog voldoende zuurstof.

Temperatuur

De curvers staan op terraria, zodat ze verwarmd worden door de verlichting van de terraria. Je kan ook gebruik maken van warmtematjes om de temperatuur hoger te houden. Je kan de temperatuur het beste rond de 28-30˚C houden.

Bij de stofkrekeltjes hebben we geen deksel. We hebben daar een spot boven zodat de temperatuur aan één kant rond de 30˚C is. Bij deze temperatuur groeien de krekeltjes sneller.

Inrichting

Als inrichting gebruiken we lege WC rollen en eierdozen. Deze stapelen we op zodat de krekels er tussen kunnen gaan zitten en de oppervlakte van de curver vergroot wordt. Bij de volwassen krekels hebben we vochtige sponsjes in glazen schalen in de curvers staan zodat ze genoeg vocht tot hun beschikking hebben. Verder staan er per kweekbak twee krekelbakjes met vochtige cocopeat voor de eileg.

Bij de jonge krekeltjes gebruiken we dezelfde inrichting, maar hebben geen eilegbakjes in de curvers staan. Voor het aanbieden van vocht gebruiken we geen sponsjes maar stukken keukenrol die we elke dag nat maken. Eens per week maken we de hele bak schoon en vervangen alle eierdoosjes en wc rolletjes.

Voedsel

Zowel de volwassen als de jonge dieren krijgen hetzelfde voedsel aangeboden. Wij gebruiken een mengsel van gemalen kattenbrokken, visvoer (vlokkenvoer), gemalen sepia en brinta. We vermalen dit met een vijzel zodat het mooi stofvoer wordt. Daarnaast bieden we de krekels groente en fruit aan, zoals stukjes appel, mandarijn en andijvie. Op deze manier krijgen de dieren genoeg voedingswaarde binnen wat ook weer ten goede komt aan de hagedissen.

Bij de volwassen dieren staan schaaltjes met vochtige sponsjes in de curvers. Onderaan de schaaltjes laten we een laagje water staan zodat de sponsjes niet zo snel uitdrogen. Bij de jonge krekeltjes gebruiken we vochtige keukenrol omdat zij in de schaaltjes met sponsjes kunnen verdrinken. Ze zijn zo klein dat ze kunnen verdrinken in een druppel water.

Geslachtsonderscheid

Het geslachtsonderscheid bij volwassen krekels is niet moeilijk te zien. De vrouwtjes (figuur 2) hebben een zogenaamde legboor aan de achterkant van het lichaam. Deze zijn bij halfvolwassen dieren ook al te zien. Mannetjes (figuur 3) hebben deze niet. Zij zijn degenen die tsjirpen (striduleren). Dit doen ze door hun vleugels tegen elkaar aan te wrijven.